11 OKTOBER 1979
1246
Getuige de manier waarop de achtergronden
van de nota's worden uitgewerkt, blijft de nadruk
op het centraal stellen van het kind liggen. Op
zichzelf is dat goed, maar het leidt ertoe dat
een aantal essentiële zaken volstrekt onvoldoende
wordt belicht. Ik denk hierbij in het bijzonder
er is al over gesproken aan de onvolledige
gezinnen. Er zijn gezinssituaties waarin de op
voedkundige situatie van het kind niet op de eer
ste plaats kan komen, maar waar gewoon de bittere
noodzaak een belangrijk punt van overweging is.
Juist dat aspect is hier een beetje onder de tafel
terecht gekomen. Hoewel er zijdelings wel eens
naar wordt verwezen, is steeds het Leitmotiv "het
gezin centraal en de moeder als ideaal voor de
opvang
Dit blijkt ook uit de vervolgnota1s die ge
deeltelijk nog moeten verschijnen. In de nota
peuterspeelzalen komt een redelijk optimisme tot
uiting, maar in de benadering van de kinderdagver
blijven is de pedagogische situatie minder opti
maal zeker gezien vanuit de achtergrond van de
nota's. Vandaar dat de kinderdagcentra minder aan
dacht krijgen en dat er tegen hun functioneren
kritischer wordt aangekeken.
Naar mijn mening zal de benadering anders
moeten zijn. Als je over kindercentra spreekt, zul
je moeten vaststellen en dat mis ik in de nota
dat de overheid èn het particuliere bedrijfsle
ven tot taak hebben er aandacht aan te gaan beste
den. Ik denk met name aan het nemen van initiatie
ven om bij gemeentelijke diensten crèches van de
grond te krijgen en aan het openen van contacten
met particuliere bedrijven om op deze materie de
aandacht te vestigen, opdat vrouwen, maar ook man
nen volwaardig aan het arbeidsproces kunnen deel
nemen, ook al werken ze op part-timebasis. De ge
hele maatschappelijke verschuiving, waarmee dit
soort dingen samenhangen, wordt in de nota eigen
lijk maar zijdelijks genoemd, terwijl juist die
verschuiving naar mijn mening één van de oorzaken