11 OKTOBER 1979 1248 andere delen zal handelen over het crèchegebeuren in Breda en daarbij zal het punt dat de heer Gar- ritsen naar voren heeft gebracht hij is op het ogenblik niet in de raadzaal aanwezig, maar ik neem aan dat hij mij toch wel kan horen zeker flink wat aandacht krijgen. In dat deel zullen we immers ingaan op vormen van kinderopvang, nodig om bepaalde activiteiten, met name van vrouwen maar niet alleen van vrouwen, mogelijk te maken. Je moet niet gedurende enkele uren op een dag in de week activiteiten voor vrouwen organiseren wan neer je weet dat het feit dat de kinderen niet op een verantwoorde manier kunnen worden opgevangen, een belemmering vormt. De opmerkingen van de heer Garritsen spreken mij wel aan, maar dan in de op tiek van het crèchegebeuren en niet zo zeer in de optiek van wat hier primair aan de orde is: het beleid ten aanzien van de peuterspeelzalen. Peu terspeelzalen zijn immers zeker niet bedoeld om de ouders allerlei ontwikkelingsmogelijkheden te ge ven. Peuterspeelzalen zijn wel degelijk bedoeld om kinderen met elkaar in contact te brengen, om kinderen onder een goede begeleiding een lekker stuk ontwikkeling te laten krijgen. In die zin moet ook het centraal stellen van de kinderen in de nota's worden opgevat. Er zijn enige lovende woorden in de richting van de opstellers gegaan. Men acht de nota's goed leesbaar, hetgeen mij verheugt, want als je zulke "turven" op tafel legt en ze zijn nog niet goed leesbaar ook, dan bezorg je de raadsleden wel erg veel werk.' Ik moet eerlijk zeggen dat de algemene nota toch nogal complex is; de uitwerking kan waarschijnlijk wat helderder zijn. Persoonlijk vind ik het nog wel eens beetje moeilijk ook de algemene nota onder de zeer goed leesbare te scharen, Op het punt van uitweidingen zouden we ons mijns inziens in de toekomst enigszins moeten beperken. De heer Brooimans is ingegaan op het centraal stellen van het kind. Zojuist heb ik al gezegd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1248