1257 11 OKTOBER 1979 wanneer de gemeentelijke overheid en wanneer het particulier initiatief een taak heeft. Te dien aanzien waren de V.V.D. en de P.v.d.A. het eens: de scheidslijn liep tussen C.D.A. enerzijds en V.V.D. en P.v.d.A. anderzijds. U zou de Handelin gen er eens op na moeten slaan, want dit punt is ook in de Kamer ter discussie geweest, met als resultaat dat V.V.D. en P.v.d.A. elkaar bleken te hebben gevonden. De heer KOERTSHUISBeantwoord is niet de overigens niet zo belangrijke vraag over het feit dat er opnieuw wit papier blijkt te zijn inge voerd Nog één opmerking over de rol van de over heid. Inderdaad verschillen de wethouder en ik wellicht niet zo erg veel van mening. Wij vroegen ons echter af waarom juist hier de rol van de overheid naar onze mening onnodig, zoals ik in eerste termijn heb gezegd moet worden omschre ven. Daar ging het ons om. Van de zijde van het college is niet gerea geerd op de vraag hoe het lijstje van achter standssituaties te rijmen is met het C.R.M.-beleid waarbij men juist van het stigmatiserende en van O.B.S.-projecten af wil. Ik heb daarbij aangete kend dat peuterspeelzalen in de meeste gevallen onderdeel van 0.B.S-projecten uitmaken. Over het lijstje zelf hebben we in de com missie al uitgebreid gediscussieerd. Het lijkt mij weinig zinvol er hier nog verder op in te gaan, afgezien dan van de volgende opmerking. In eerste instantie heb ik gesproken over de indica toren. Wij vinden dat men voor een lijstje dat aan een prioriteitenbepaling ten grondslag moet liggen, indicatoren moet zoeken die heel speci fiek op het project-in-kwestie afgestemd zijn. Men moet niet uitgaan van een algemeen lijstje zoals het hier is gebruikt, met algemene indica toren die naar wij vrezen straks op allerlei ge bieden van toepassing zullen zijn. Dat gevaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1257