11 OKTOBER 1979
1270
basisonderwijs en het buitengewoon onderwijs. Er
bestaat verschil van mening, kennelijk ook in de
raad, met betrekking tot hoofden van basis- en
kleuterscholen. Waarom hebben wij in de nota aan
gegeven het gaat overigens niet om een princi
pe dat voorlopig naar onze mening de hoofden
van kleuter- en basisscholen buiten de regeling
moeten blijven? Ik wijs erop dat er in verband met
de nota uitgebreide discussies zijn gevoerd.
Iedereen zal het ermee eens zijn dat je bij een
gedachtenwisseling over dit onderwerp ook de
hoofden en hoofdleidsters moet betrekken en dat
je hun naar hun mening moet vragen. Ook ligt het
voor de hand het oordeel van de teams van onder
wijsgevenden in te winnen en daarnaast is het no
dig de oudercommissies het is geen zaak van de
onderwijsgevenden alleen hun opvatting te la
ten geven. Voorts hebben wij het oordeel gevraagd
van de Vereniging ter Bevordering van het Openbaar
Onderwijs en hebben wij de materie voorgelegd aan
de schoolraad voor het openbaar onderwijs waarin
zowel de leerkrachten als de besturen en de ouders
vertegenwoordigd zijn. Op al die terreinen is de
nota in discussie gebracht.
Bij die discussie bleek en ik vind dat je
dat proces moet durven aangaan dat er in eer
ste aanleg zeer verschillende opvattingen waren,
variërend van volstrekte afwijzing tot een plei
dooi voor onmiddellijke algehele invoering. Ik
denk dat je zo'n diversiteit in opvattingen voor
zichtig moet benaderen. Onze strategie houdt in
dat we, waar moeilijkheden liggen, met het team,
het hoofd en de oudercommissie in gesprek komen
om na te gaan wat de mogelijkheden zijn. Er is
daarbij geen sprake van een passieve opstelling
daarover heb ik ook in de schoolraad mogen spre
ken zodra er vacatures zijn zullen wij het
initiatief tot een gesprek nemen, zonder van te
voren het standpunt in te nemen dat elke vacature
door middel van deeltijdarbeid of duobanen zou
moeten worden vervuld. Dat standpunt doet mijns