11 OKTOBER 1979 1276 behoefte die vanuit het onderwijs naar voren kwam en die naar ik aanneem in het betrokken team is besproken Wethouder BROEDERSIk vind het beter over dat geval in deze vergadering niet te spreken, want ik denk dat we anders de vergadering een be sloten karakter zouden moeten geven. Mevrouw STUTTERHEIM-EDELINGDat is niet mijn bedoeling, maar als u het woord "unaniem" gebruikt krijg ik de indruk dat er uit het gehele veld één mening naar voren is gekomen. In dit verband stel ik vast dat bepaalde signalen in een andere rich ting wijzen. De wethouder weet we hoeven dat helemaal niet in een besloten vergadering te be spreken over welk geval ik het heb en wat er aan de hand is geweest. Hij weet dus ook dat er duidelijk signalen in die richting zijn en hij kan mij niet wijs maken dat men als er dergelijke sig nalen komen van unanimiteit kan spreken. Wethouder BROEDERS: Het is bepaald niet mijn bedoeling u iets wijs te maken. Ik zal er waar schijnlijk niet in slagen u te overtuigen, maar ik constateer dat degenen die met betrekking tot dit onderdeel hebben gereageerd, ons dit advies hebben gegeven. Dat is het enige wat ik heb gezegd en ik houd dat staande. In dat verband zeg ik: wees nu verstandig en houd daar rekening mee. Het is trou wens niet zo dat heb ik in eerste termijn ook opgemerkt dat daarmee de kous af is. Wij willen mét enige beperkingen een begin maken, wij willen de gang van zaken volgen, wij willen rekening hou den met wat er bij andere scholen, ook in andere plaatsen, gebeurt en wij willen daar positief op inspelen. Onze conclusie is niet dat we "niet van zins" zijn iets te doen, maar dat we, rekening houdend met hetgeen ons is geadviseerd, voorlopig nog niet tot invoering van deeltijdarbeid voor hoofden van scholen menen te moeten overgaan. In de schoolraad zal de discussie nog worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1276