1279 11 OKTOBER 1979 voortgezet onderwijs betreft wordt toegevoegd dat, los van de algemene regeling, de diensttijd bij het gymnasium dan wel bij de gemeentelijke tech nische school na vermenigvuldiging met een factor 6 tevens als criterium bij de bepaling van de af vloeiingsregeling in acht wordt genomen. Dat be tekent dat de tijd dat iemand bij de betrokken scholen in dienst is geweest, zes keer zo lang geldt als diensttijd bij een willekeurig ander onderwijsinstituut. Zoals het behoort hebben de bonden van onder wijsgevenden zich over dit voorstel uitgesproken. De Algemene Bond van Onderwijzend Personeel is er tegen, onder verwijzing naar de algemene rege ling. Ook de Algemene Besturenbond is tegen het voorstel, maar deze bond is gezwicht voor de re geling die bij de rooms-katholieke scholen geldt. Het Nederlands Genootschap van Leraren is vóór het voorstel, evenals de Katholieke Vereniging Sint Bernardus. Waardoor is het voorstel nu eigenlijk inge geven? Het gaat erom dat de gemeente, als zij de nieuwe bepaling niet zou invoeren, uit de pas zou gaan lopen ten opzichte van de regeling die bij andere scholen in de omgeving, met name bijzondere scholen, geldt. Bij die scholen geldt namelijk, algemeen gesteld, een regeling, voortvloeiende uit de akte van benoeming, die is opgesteld door het Centraal Bureau voor het Katholiek Onderwijs; andere vormen van bijzonder onderwijs kennen pa rallelle regelingen. Bij het aannemen van nieuwe leraren op scholen voor voortgezet onderwijs schijnt binnenkort het belangrijkste punt van be spreking te zijn schrik niet.' hoe de af vloeiing is geregeld. Op grond van de stukken die ik heb kunnen inzien, heb ik althans de indruk dat het niet primair gaat om de kwaliteit van het onderwijs dat door de sollicitant zal worden ge geven Wij van de Partij van de Arbeid vinden dat hier sprake is van een onjuist selectiecriterium.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1279