11 OKTOBER 1979 1280 Door de nieuwe regeling zal dat onjuiste selectie criterium nog eens worden gelegaliseerd, aange zien diensttijd aan de betrokken scholen voor voortgezet onderwijs zes keer zo zwaar zal gaan meetellen. Wij achten het juist dat het bestaande team bij de benoeming van nieuwe mensen inspraak heeft. Dat moet echter niet zo ver gaan, dat het team als het voorstel wordt aangenomen een regeling gaat toepassen waardoor het enge groeps belang ten koste van de bredere onderwijssolida- riteit wordt benadrukt. Als men bij het onderwijs gaat, kiest men per slot van rekening voor een onderwijsloopbaan en niet voor één school. Dat is naar onze mening ook nodig, omdat op die manier mobiliteit van onderwijsgevenden over het gehele onderwijsveld mogelijk wordt. Naar onze opvatting en die opvatting wordt door een aantal bonden gedeeld zijn alle mensen in dienst van het onderwijs gelijk. Vanuit die opvatting zijn wij tegen de zogenaamde "factor 6" waarbij de diensttijd bij de school zes keer geldt. In het voorstel schrijft het college dat het toe passing van het kostwinningsprincipe in dit ver band onjuist acht en dat het dat principe daarom niet heeft opgenomen. Iets dergelijks geldt naar onze mening ook voor de factor 6wij achten toe passing van die factor onjuist en zijn daarom van mening dat de oude regeling dient te worden ge handhaafd Tot slót nog een vraag. Uiteraard de wet houder heeft daar bij de behandeling van het vo rige agendapunt op gewezen kan het onderwijs personeel in dienst van de gemeente op grond van eigen kenmerken worden onderscheiden van het ove rige gemeentepersoneelmaar er blijft wel dege lijk sprake van personeel in dienst van de ge meente. Kan de wethouder aangeven welke rol de afdeling personeel speelt ten aanzien van mensen die werkzaam zijn bij scholen waarvan de gemeente het bestuur is?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1280