11 OKTOBER 1979 1286 wijze worden geregistreerd. De heer GARRITSEN: De wethouder heeft gezegd dat de persoonlijke belangen van de betrokkenen primair in aanmerking moeten worden genomen en dat de factor 6 arbitrair is. Deze twee punten geven voor mij de doorslag, zodat ik mij tegen het voor stel wil uitgesprekenAls je een factor 10 in voert, zal het personeel uiterst tevreden zijn, maar uit een oogpunt van solidariteit met de wachtgelders en de schoolverlaters is het gewenst alle aspecten af te wegen en niet het accent op het belang van de leerkrachten te leggen. Ik wil geacht worden tegen het voorstel te hebben ge stemd Wethouder BROEDERS: Aan het adres van de heer Garritsen wil ik zeggen dat met name de groepen die hij noemt bij toepassing van de factor 6 de meeste kans hebben. Schoolverlaters dat zijn dus de jonge docenten -- krijgen geen enkel punt voor "diensttijd bij de school" en geen enkel punt voor "diensttijd bij het onderwijs", zodat ze bij wijze van spreken in het geval van een vacature nooit bedreigend voor de anderen zijn. Wachtgel ders die enkele jaren onderwijservaring hebben, worden volgens de brief van de A.B.O.P. vaak niet meegenomenomdat ze "over de andere leraren heen springen". Bij een school waar de factor 6 wordt toegepast hebben wachtgelders meer kans om aan het werk te komen dan bij een school waar de factor 0 wordt toegepast. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat mevrouw Elie-van Es, mevrouw Muntjewerff- van den Hul, mevrouw Paulussen, mevrouw Stut- terheim-Edeling en de heren Dreef, Garritsen, Hendriksen, Oomen, PaquaijVan de Steenoven en Welschen geacht willen worden te hebben tegenge stemd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1286