29 OKTOBER 1979
1293
BUITENGEWONE RAADSVERGADERING. (16.30 uur.)
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt
het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in
artikel 15 van het reglement van orde voor de ver
gaderingen van de gemeenteraad.
De VOORZITTER: Dames en heren, leden van de
gemeenteraad, mijnheer de ambassadeur van Polen en
allen, die vandaag op ons stadhuis willen zijn. Ik
heet U hartelijk welkom in deze vergadering, voor
al de oud-strijders en vrienden uit Polen en Breda,
die vandaag onze gast zijn. Ik heet U allen welkom
in deze buitengewone vergadering van de gemeente
raad, die ter gelegenheid van de 35-jarige herden
king van onze bevrijding is belegd. De leden van
de gemeenteraad willen als vertegenwoordigers van
de totale bevolking op deze wijze uitdrukking ge
ven aan hun verbondenheid met U en aan hun gevoe
lens van respect. Ook voor degenen, die de bevrij
dingsdag niet zelf beleefd hebben, is Uw bezoek aan
deze stad en aan West-Brabant zeer indrukwekkend.
Indrukwekkend, omdat vele oud-strijders hun leven
verloren hebben. Indrukwekkend, door Uw aanwezig
heid, Poolse vrienden. Indrukwekkend voor ons, die
dankbaar zijn en blijven voor hetgeen U hebt ge
daan.
Dames en heren. Er gebeurt zo veel in 35 jaar.
De tijd, zoals de heer Bronowski dat gisteren zo
treffend zei, van sigaretten voor de vaders, cho
colade voor de moeders en kusjes voor de dochters,
is voorbij. Door Uw heldhaftigheid hebben de stad
en haar inwoners zich op allerlei gebied kunnen
ontwikkelen. De stad is letterlijk en figuurlijk
gegroeid. Maar vooral is belangrijk dat wij ons
zelf hebben kunnen blijven. Maar de zin en beteke
nis van al hetgeen dezer dagen gebeurt, voor U en
voor ons, is een steeds toenemend en diepgeworteld
verlangen, dat de verschrikkingen van een oorlog
nooit meer zullen plaatsvinden. Dit moet onze be
vrijdingsdag blijven.