29 OKTOBER 1979
1297
onze goede stad Breda in ons midden hebben en
waarvoor wij hen grote dank verschuldigd zijn. Deze
schuld kunnen wij alleen maar inlossen door hen te
tonen, dat die vrede ook van binnenuit beleefd
wordt
Mag ik eindigen, mijnheer de voorzitter, da
mes en heren, met onze Poolse gasten van harte toe
te wensen, dat het weerzien van Breda na 35 jaar
een genoeglijk weerzien zal zijn en ik twijfel er
niet aan, dat Breda en zijn burgers U, evenals 35
jaar geleden, met open armen zal ontvangen.
De VOORZITTER: Dames en heren, ik heb U nog
mee te delen, dat voor deze vergadering niet aanwe
zig konden zijn: mevrouw Paulussen en de heren
Dreef, Eissens, Kammeraat, Neeb en Paquay en de
secretaris, de heer Van den Dam.
De VOORZITTER sluit onder dankzegging de ver
gadering.
De secretaris, De voorzitter,
Druk: B.S.W. - Breda.