1311 15 NOVEMBER 1979 ANTWOORD 1. Deze mededeling is gedeeltelijk juist; uit het ons verstrekte bijgevoegde overzicht van over schrijdingen blijkt dat op 22 februari jl. 2 uur gemiddelden van resp. 902 en 850 microgram per m3 opgetreden zijn; waarden die inderdaad de door de veiligheidsraad voorgestelde veiligheidsgrens van 830 microgram per m3 overschrijden. Na 1 maart 1979 hebben zich tot op heden geen over schrijdingen van de 830 microgramgrens meer voor gedaan 2. Neen; uit het antwoord van de regering op een vraag met dezelfde strekking (zitting 1978 - 1979 nr, 1704) blijkt dat de optredende hoge concentra ties in de ochtend van 22 februari 1979 bij noord westelijk^ wind voor het grootste deel moeten wor den toegeschreven aan verontreiniging vanuit het Rijnmondgebied. 3. Er vindt een voortdurende meting van de S02- concentraties in of dichtbij Breda plaats door middel van meetstations van het landelijk meetnet luchtverontreiniging (zie bijgaande kaart)Rele vant zijn in dit verband de stations 207 (Terheij- den, Salesdreef211 (Breda, Markendaalseweg) en 212 (Breda, Groenendijk) Uit het antwoord op vraag 1 blijkt dat alleen op 22 februari de 830-microgram-per-m3-grens is over schreden. Uit het antwoord op vraag 2 blijkt al dat hiervoor niet direct een bepaalde bron kan worden aangewezen. 4. Hoewel wij vraag 2 ontkennend hebben beantwoord, delen wij U ter informatie het volgende mede: Op 5 september 1979 is door de provincie Noord- Brabant aan de PNEM ten behoeve van de Amercentra- le vergunning ingevolge de Wet inzake de luchtver ontreiniging (en de Hinderwet) verleend. Tegen de ze vergunningverlening staat nog beroep open bij de Kroon, voor diegenen die binnen de gestelde termijn bezwaren hebben ingebracht. Van belang is in dit verband dat in de vergunning geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1311