1315 15 NOVEMBER 1979 inziens een gedegen bestudering. De heer GARRITSENIk sluit mij hierbij aan. Ook ik vind dit een zeer belangrijk punt dat niet zonder meer bij de ingekomen stukken kan worden afgedaan. Er moet op zijn minst een preadvies ko men, opdat het standpunt van het college in de raad onderwerp van bespreking kan zijn. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Onze fractie sluit zich geheel bij de twee vorige sprekers aan. Wij zijn van plan deze kwestie in ieder geval bij de begrotingsbehandeling aan de orde te stellen. Afgezien daarvan kunnen we het verzoek om pread vies steunen, omdat het duidelijk is dat dit on derwerp, dat voor veel mensen erg belangrijk is, in de raad ter sprake dient te komen. De heer VAN ASSELDONK: Er zijn twee punten aan de orde, ten eerste de belangrijkheid van het onderwerp ook wij onderkennen die ten twee de de alerte en attente wijze waarop het college bij monde van mevrouw Paulussen op de brief heeft gereageerd. Mijn fractie acht het niet zo zinvol om een preadvies te vragen als het negatieve ant woord bij voorbaat al vaststaat. Derhalve steunen wij het verzoek om een preadvies niet. Wethouder VAN DUN: Niet ten onrechte is dit ingekomen stuk geagendeerd in de rubriek "af te doen door de zorg van burgemeester en wethouders". Het gaat om een brief, gericht aan de gemeenteraad, en wij stellen voor die brief te beantwoorden, daarbij wetend dat het comité in een bepaald op zicht al antwoord heeft gekregen: de brief staat vanavond op deze agenda onder dit punt en wij heb ben de minister er schriftelijk op gewezen dat de kwestie in het kader van de geldontwaarding zijn aandacht verdient en dat de premie wellicht enigs zins zou kunnen worden bijgetrokken. Wij stellen voor de aan de raad gerichte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1315