1317 15 NOVEMBER 1979 De heer GARRITSEN: Ik blijf erbij dat de brief aan de gemeenteraad gericht is, zodat het juister is dat er een preadvies komt. Als we name lijk over een preadvies kunnen praten, komt er een reactie van de gemeenteraad en niet alleen van het college. Ik vind het uitbrengen van een preadvies nog steeds een oplossing die formeel juister is en beter dan de wethouder voorstelt. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Dat laatste kan ik geheel onderschrijven. De VOORZITTER: Het gaat hier om een plaats op de agenda: in de rubriek "af te doen door de zorg van burgemeester en wethouders" of in de rubriek "preadvies". Ik zie dat wethouder Van Dun niets aan zijn beantwoording in eerste termijn heeft toe te voegen. Het lijkt mij in de eerste plaats nood zakelijk dat de brief zo spoedig mogelijk wordt beantwoord. De heer Van Dun heeft dat verwoord en beargumenteerd, waarbij hij heeft gezegd dat er gelegenheid zal zijn om over het onderwerp te spre ken. Wanneer men verplaatsing van het ingekomen stuk naar een andere rubriek wenst, zullen we daarover moeten stemmen. Dit betekent dat de raad zich kan uitspreken over de vraag of het ingekomen stuk A a conform ons voorstel in de context van wat de heer Van Dun heeft gezegd door de zorg van burgemeester en wethouders zal worden afgedaan of dat u daarvoor al preadvies verlangt. Dit is mijns inziens de vraag: u bent het eens met het voorstel van het college of u bent het er niet mee eens en in het laatste geval zou er door het col lege preadvies kunnen worden uitgebracht. Ik con stateer dat men stemming wenst. Wethouder PAULUSSEN: Ik wil een stemverklaring afleggen. Ik ben het met het college eens en ik heb het standpunt van het college ook in de verga dering van de comité1s naar voren gebracht. Ons standpunt collega Van Dun is erop ingegaan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1317