15 NOVEMBER 1979 1322 berust. Het lijkt mij merkwaardig als voor dit soort grote bedragen ondershands wordt aanbesteed, terwijl geen motivering wordt gegeven en terwijl bovendien de aanbesteding al heeft plaatsgevonden voordat de raad erover heeft besloten. Wethouder VAN DUN: Met de opmerking van me vrouw Saelman kan ik geen kant uit. Als zij zegt dat het veel te duur is, zeg ik dat het niet veel te duur is en dat is natuurlijk in de raad een moeilijke discussie. Ik denk dat dit soort werk altijd redelijk duur is: het verbeteren van dit soort panden voor de doeleinden-in-kwestie zal naar mijn mening nooit aan de goedkope kant zijn. Op de vraag of er nog iets aan de kosten te doen is, antwoord ik gewoon "nee" en ik geloof dat dat een eerlijk antwoord is. De heer Garritsen heeft gewezen op het voor stel tot onderhandse aanbesteding. We kennen de discussie over onderhandse aanbesteding en de spe cifieke motivering die ervoor geldt. Het ambtelijk apparaat wordt er ook een redelijk beetje doodmoe van telkens te moeten betogen dat je bij dit soort werk naar specifieke aannemers moet gaan. Vakman schap en meesterschap ten aanzien van panden van dit type zijn dun gezaaid en je moet specifieke aannemers uitnodigen. Dit is de motivering die in het raadsvoorstel niet helemaal volledig maar toch wel duidelijk tot uiting komt. Dat er inmiddels ondershands is aanbesteed, verplicht de gemeente niet. Wij zijn tot onder handse aanbesteding overgegaan, omdat wij haast met de uitvoering van het plan hebben, maar die aanbesteding als zodanig verplicht de gemeente niet. Ik denk dat de heer Garritsen op dat punt geen gemeenterechtelijke moeilijkheden op zijn weg vindt Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1322