15 NOVEMBER 1979
1328
mensen te zijner tijd in de problemen zitten. Het
lijkt mij zinnig de suggestie die ik zojuist heb
gedaan te bekijken en eventueel uit te voeren.
Wethouder VAN DUN: Als de ongerustheid van de
heer Garritsen hierop betrekking heeft, kan ik hem
toezeggen dat het college regelmatig nadenkt. Daar
blijkt wel eens iets van.
Wethouder PAULUSSEN: De heer Van Dun heeft de
heer Garritsen geantwoord. Als ik heb gezegd dat
wij op het ogenblik contact hebben met het Insti
tuut voor Maatschappelijk Welzijn, dat op zijn
beurt contacten met de bewoners van het pand heeft,
moge daarin doorklinken dat zich bij de bewoners
nogal wat probleemsituaties voordoen die op een
goede en deskundige wijze moeten worden aangepakt.
Dat laatste gebéurt op dit ogenblik. Wanneer zich
een noodsitautie voordoet, het pand onbewoonbaar
moet worden verklaard en andere huisvesting moet
worden gevonden, zullen wij proberen op tijd in te
springen. Dat is wat ik op dit ogenblik in deze si
tuatie over dit onderwerp wil zeggen.
De VOORZITTER: Ik meen dat de raad het voor
stel kan aannemen, met inachtneming van hetgeen
van de kant van het college is gezegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
14. Bijlage nr. 325:
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET GROOT
150.570,VOOR DE AANSCHAF VAN EEN NIEUWE
BIBLIOBUS, AAN DE COMMISSIE OPENBARE BIBLIO
THEEK BREDA. (S)
15. Bijlage nr. 326:
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET
BETREKKING TOT DE TWEEDE EN DERDE