1333
15 NOVEMBER 1979
overschrijding 20 zal bedragen en of zij struc
tureel zal zijn, kan ik nog niet zeggen. Ik zou
daar op dit ogenblik nog geen definitieve uitspra
ken over kunnen en willen doen, gezien de tamelijk
korte periode dat ik naar de gegevens heb kunnen
kijken. Mijn collega De Raaff heeft er mijns in
ziens overigens gelijk in dat je je pas een oor
deel kunt vormen op basis van een breder draagvlak
dan deze tamelijk incidentele gegevens. Aan de an
dere kant meen ik dat de heer Kammeraat de re
kenkunst verstaat hij wel! een juiste bereke
ning heeft gemaakt: als er inderdaad op dit onder
deel een 20 hogere investering uit de bus komt,
komen we in de buurt van 2 miljoen a 2,5
miljoen uit. Onze opvattingen liggen wat deze cij
fers betreft heel dicht bij elkaar.
Natuurlijk speelt de hogere warmte-afgifte
een rol, zij het tegenovergesteld aan de zojuist
besproken factor; de hogere warmte-afgifte zou een
deel van de extra investeringen kunnen compenseren.
Met betrekking tot de redactie van het voorstel is
in de commissievergadering naar ik meen de toezeg
ging gedaan dat in het vervolg een betere formule
ring zal worden gebruikt en duidelijker tot uit
drukking zal worden gebracht wat er nu precies aan
de hand is.
De heer Dreef heb ik, dunkt mij, bij de be
antwoording van de heer Kammeraat al min of meer
genoegdoening verschaft, maar ik wil naar aanlei
ding van zijn opmerkingen nog wel de volgende
kanttekening maken. Het is niet zo dat er telkens
weer verhogingen optreden. De verhogingen doen
zich met name op dit onderdeel voor en wanneer we
nagaan welke investeringen bij de realisatie tot
op dit ogenblik zijn gedaan, blijken er bij de
kredietaanvragen voor de onderstations percentuele
afwijkingen voor te komen, maar blijken we met be
trekking tot een aantal andere onderdelen op zijn
minst in de pas te lopen. Ook in dit opzicht houd
ik het voorlopig bij een even voorzichtige uit
spraak als ten aanzien van een mogelijke