15 NOVEMBER 1979 1336 namens onze fractie over de financiële consequen ties het volgende opmerken. Tijdens de behandeling in de openbare vergadering van de commissie voor personeelszaken is nog eens gewezen op de financi ële consequenties die het voor de betrokkenen heeft als zij voor deze regeling in aanmerking willen komen. In de niet-openbare vergadering van het ge organiseerd overleg in personeelszaken is zowel van werknemers- als van werkgeverszijde eveneens op de gevolgen gewezen. Deze V.U.T.-regeling, die bedoeld was om meer arbeidsplaatsen te creëren, is door de financiële gevolgen niet aantrekkelijker gemaakt. In de regeling die is overeengekomen tus sen de heer Wiegel als minister van binnenlandse zaken en de ambtenarenorganisatieswordt ervan uitgegaan dat gemiddeld 18 moet worden ingele verd. Je kunt daaruit afleiden dat de laagst bezol digden, gezien het bedrag dat zij moeten inleve ren, niet zo gauw van de V.U.T.-regeling gebruik zullen maken. Ambtenaren met een redelijk of hoger inkomen zullen eerder deze stap nemen. Naar aanleiding van een en ander heeft het college een brief naar de minister van binnenland se zaken geschreven, een activiteit die de P.v.d.A.- fractie kan onderschrijven. De argumenten op grond waarvan het college actie heeft genomen, ik citeer de brief van het college aan de heer Wiegel zijn de volgende: "Onze berekeningen voor een gehuwde man zonder kinderen leiden voor het maximum van schaal 18 inclusief vakantietoeslag tot een negatief netto inkomensverschil van 363,73 per maand. Dit betekent op dat niveau een netto achteruitgang van bijna 19 Een zelfde be rekening voor het maximum van schaal 130 le vert een netto verschil op van 555,19, of wel een achteruitgang van ruim 16 Het verschil bedraagt 3 Voor ons is duide lijk welke conclusies uit de cijfers moeten worden getrokken. Wij zijn het eens met de constatering van het college aan het adres van de heer Wiegel,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1336