1349 15 NOVEMBER 1979 andere bestuursstructuur. Wij weten nog niet pre cies, hoe dat zou moeten; dat is juist een kwestie van overleg. Er zou een structuur moeten worden gevonden waarbij de participatie, het meedoen van de bevolking, zou kunnen worden vergroot. Ik neem aan dat mijn woorden de volledige in stemming van de huidige wethouder van cultuur die op 21 augustus 1978 ook wethouder van cultuur was zullen kunnen hebben, want hij heeft blij kens bladzijde 1052 van de notulen op 21 augustus 1978 gezegd: "Welnu, dit is de beleidslijn en als de raad met dit preadvies instemt voel ik mij ge sterkt om op basis van deze gedachtengang samen met het bestuur aan een en ander gestalte te ge ven. In dat geval zal er binnenkort een raadsvoor stel op tafel liggen om dat daadwerkelijk te gaan effectueren." Even verderop, op bladzijde 1055, lees ik nog de volgende uitspraak van de wethou der: "Dit voorstel beperkt zich echter alleen nog maar tot accommodatie en mankracht en wij willen het museumbestuur vooreerst de ruimte laten om een begin te maken, waarna op basis van een preadvies aan de raad gesproken kan worden over de verdere mogelijkheden van het museum, met name wat betreft de tijd, de voorwaarden en de mogelijkheden die in het rapport zijn opgesomd." Sindsdien hebben we nog weinig gehoord. Wij zouden aan de wethouder willen vragen ons mede te delen of hij in overleg is of kan treden met het bestuur van de Stichting Stedelijk Museum over: a. de nota van de onderzoekscommissie en de verdere uitwerking daarvan; b. een mogelijke wijziging van de structuur, zódanig, dat de gemeentelijke verantwoor delijkheid beter tot uiting komt en dat de participatie van de bevolking meer kansen krijgt. Wethouder SANDBERG: Op de vraag van de heer Oomen, of hij binnenkort wat meer zal horen, kan ik antwoorden: ik denk het wel. Dat men het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1349