134
15 FEBRUARI 1979
degenen waarvan nu sprake is de gok niet aan.
De heer DE BROUWER: De wethouder zegt niet
met wildvreemden in zee te willen gaan, maar de
situatie is dat het college ooit eens voor het Le-
bit-systeem heeft gekozen en dat het ons die keu
ze nu verder wil opdringen. Welnu, daarvoor bedan
ken wij
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Sorry, maar nu
krijgen wij toch wel moeilijkheden.
De heer DE BROUWER: Als ik mijn interruptie
even mag afmaken mag u straks uw grote moeilijkhe
den naar voren brengen.
De VOORZITTER: Dat hebt u niet te bepalen,
maar gaat u rustig door!
De heer DE BROUWER: Het college heeft zoals
ik al zei voor het Lebit-systeem gekozen. Er zijn
echter andere systemen die wellicht beter zijn dan
het Lebit-systeem, waarmee inmiddels in Breda
slechte ervaringen zijn opgedaan. Daarom zijn wij
van mening dat de zaak moet worden opengegooid.
De VOORZITTER: Uw interruptie is hiermee af
gesloten?
De heer DE BROUWER: Mijn tweede termijn zelfs
De VOORZITTER: Dat is dan meegenomen!
De heer VAN DEN WIJNGAARD: De heer De Brouwer
verdraait de feiten. Hij stelt dat Breda moeilijk
heden heeft met het Lebit-systeem wat absoluut
niet waar is, tenzij wij verkeerd zouden worden
voorgelicht. De heer De Brouwer moet dan maar eens
vertellen welke slechte ervaringen met het Lebit-
systeem zijn opgedaan. Ten tweede is duidelijk af
gesproken dat elk onderdeel opnieuw in de raad aan
de orde komt.
De heer GARRITSEN: Door de heer De Raaff is
een koppeling gelegd tussen onderhandse aanbeste
ding en goed werk. Dat zou best het geval kunnen