1353 15 NOVEMBER 1979 Concentratie en herinrichting kunnen wat mij be treft ook in de huidige gebouwen plaatsvinden. Hoe wel ik alle aanwezige collecties niet precies kan overzien, heb ik mede op grond van deskundige in formatie de indruk dat veel van wat er in het mu seum is, best eens op een andere manier kan worden opgeborgen zodat het meer functioneel wordt. Daar is geen extra geld voor nodig. De wethouder heeft gesproken over de perso neelskosten. Natuurlijk, de personeelsleden lopen daar rond en hebben hun taak, maar in het licht van het onderzoeksrapport denk ik dat die personeels leden met de huidige personeelskosten andere dingen kunnen gaan doen. Hiermee kom ik op het "de boer op gaan" met het museum, op de contacten met andere instellingen, op de educatieve functie, kortom: op activiteiten die met het huidige personeel kunnen plaatsvinden, in het licht van de nieuwe lijn van het onderzoeksrapport, dat nota bene is opgesteld met deelname van enkele leden van het Stichtings bestuur en dat de steun van een deel van dat be stuur heeft gekregen. Natuurlijk moet er misschien meer geld voor de educatieve functie zijn. Er is echter niet primair geld voor het gebouw nodig, ten zij het per se nodig is daar iets op te slaan. Ik denk dat het goed is het huidige gebouw te gebrui ken voor de presentatie. Uiteraard is het gesprek voor de wethouder gemakkelijker als hij geld in zijn zak heeft, maar ik denk dat er ook een gesprek kan komen met als uitgangspunt dat aan de hand van het onderzoeksrapport en op basis van de huidige financiële middelen het museum een andere richting moet inslaan. Daar gaat het ons om: het personeel moet op een andere manier, althans volgens een an dere beleidslijn, gaan werken en ik denk dat dat ook mogelijk is zonder dat je per se meer geld in het museum moet steken. Ik ben dus van mening dat de wethouder ook al kan gaan praten voordat er meer geld is en ik vind in ieder geval dat de druk op het museum op basis van het ook door het museum aanvaarde onderzoeksrapport moet worden vergroot.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1353