1355 15 NOVEMBER 1979 misverstand wil ik nu uit de wereld hebben. Het personeel loopt niet zo maar rond: het doet zijn werk conform de opdracht van de Stichting. Ik neem dat zonder meer aan en ik zeg alleen dat een ge sprek tussen de wethouder en de Stichting op basis van het rapport tot een andere opdracht aan het personeel kan leiden. Dat bedoel ik. Wethouder SANDBERG: Maar dan moeten we daar natuurlijk geen overdreven voorstelling van geven, want het hele personeel van het museum bestaat uit een directeur, een secretaresse, een wetenschappe lijk medewerker in TAP-verband en een aantal sup poosten in part-time-functiesIk geloof dat we dan het hele personeel wel hebben gehad en dan moe ten we natuurlijk niet tegen elkaar gaan zeggen dat, uitgaande van de taken die het personeel nu heeft, statutair ineens een andere taakstelling kan worden geregeld, waarbij men de activiteiten opvoert c.q. de wijken in gaat. Ik denk dat we op die manier gewoon een verkeerde voorstelling van zaken geven. De VOORZITTER: Ik stel voor het gaat al tijd nog over de statuten de wijziging van de statuten te aanvaarden De heer DE BROUWER: Bij wijze van stemverkla ring dat mag ook nog!: onze fractie is, zoals ik in eerste termijn al heb gezegd, tegen het voor stel en blijft pleiten voor een grotere zeggen schap van het gemeentebestuur in het bestuur van het museum, ook om de betrokkenheid van de gemeen teraad bij het museum te vergroten. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con form het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat mevrouw Saelman- Boelen en de heer De Brouwer geacht willen worden te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1355