15 FEBRUARI 1979 135 zijn, maar het is omgekeerd natuurlijk niet zo dat openbaar aanbesteed werk slecht wordt uitgevoerd. Er zijn voorbeelden te over van gevallen waarin specialistisch werk openbaar wordt aanbesteed en ik zie nog steeds niet in waarom dat ook in dit geval niet goed zou kunnen zijn. In neem aan dat er bij het energiebedrijf deskundigen genoeg aan wezig zijn die begrotingen van verschillende aan nemers kunnen beoordelen en die ook bij openbare aanbesteding het goede en goedkope werk er kunnen uithalen. De heer DREEF: Een enkele opmerking in de richting van D'66, ik geloof dat hierbij ook een stukje kennis en ervaring meespreekt. Men heeft hierbij met vooral het vaktechnisch aspect te ma ken, waarbij ik met name aan het laswerk denk; ik spreek nu niet over het Lebit-systeem want dat is slechts een onderdeel van het geheel. Dit krediet heeft naar ik meen duidelijk te maken met vaktech nische bekwaamheid ten aanzien van het lassen etc. Als men hierover wat meer informatie wil hebben zou men zich eens kunnen verdiepen in de problema tiek van bijvoorbeeld Shell-Moerdijkwaarmee Franse lassers zich hier hebben beziggehouden. Bij de aanleg van stadsverwarming dat blijkt ook uit de ervaringen in Breda-noord is het lassen van het allergrootste belang. De heer GARRITSEN: Bent u dan van mening dat de onderhandse aanbestedingen voor de aanleg van stadsverwarming moeten doorgaan? De heer DREEF: Voor dit specialisme wel! Daarmee hebben wij geen problemen. Wethouder DE RAAFFIk hoop dat mij niet het zelfde verwijt zal worden gemaakt als collega Van Dun, namelijk het verwijt dat ik de raad beledig, als ik zeg dat ik de heer Dreef wil bedanken voor zijn aanvullend antwoord in de richting van de heer De Brouwer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 135