1365 15 NOVEMBER 1979 gaat en waar je een stukje gezelligheid kunt vin den. Wij pretenderen dat Breda tot de grootste steden van Noord-Brabant behoort en we hebben dan ook de zorg om voorzieningen op dat niveau te treffen. Dit geldt naar mijn mening zeer zeker ook voor de stadsschouwburg. Terugkomend op het voorstel, constateer ik dat de alternatieven niet goed bekeken en bestu deerd zijn. De alternatieven in verband met het Turfschip zijn alleen bekeken vanuit de congres zaal. In de voorgestelde besluitvorming is alleen sprake van een gedeeltelijke vernieuwing, terwijl er, voor zover nu bekend, geen sprake is van een volledige renovatie; dat is in ieder geval niet uit het raadsvoorstel te halen. Volgens het voorstel zijn er in het Turfschip geen voorzieningen die nodig zijn voor een schouw burg. Het meest kostbare deel van een schouwburg, een toneeltoren met technische installaties, kleed kamers e.d. ontbreekt. In een notitie die het college indertijd heeft uitgegeven, wordt melding gemaakt van de conclusie die de rijksschouwburgencommissie na be studering van de plannen tot renovatie van het to neelhuis en aanpassing van de huidige zaal heeft getrokken. De plannen hebben in het algemeen de instemming van de commissie, zij het onder voorbe houd dat bepaalde voorzieningen een tijdelijk ka rakter hebben, Ik noem in dit verband enkele pun ten waarop ook door de heer Kammeraat al is inge gaan. - De situering van de kleedkamers onder het toneel blijft men hachelijk vinden. - De kleedkamers zijn veel te klein. Men ad viseert een aantal grotere kleedkamers te realiseren. - Gezelschappen van 100 personen hebben te weinig ruimte. Het gebeurt regelmatig dat gezelschappen van omstreeks 100 personen de stadsschouwburg bezoeken. - De orkestbak is veel te klein. Er wordt een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1365