1367 15 NOVEMBER 1979 wordt. Ik zou ook nog kunnen ingaan op de verkeers problematiek, maar ik denk dat we daarop bij een andere gelegenheid nog wel eens terugkomen. Al met al: de zaal van onze stadsschouwburg zal er zeker niet beter op worden. Er ligt verder nog een brief van de directeur van openbare werken, waarin het volgende schema wordt gegeven. Van november 1979 tot en met april 1980 zal het bestek plus tekeningen gereed worden gemaakt. In mei 1980 hoopt men de diverse goedkeu ringen te verwerven. Van juni 1980 tot en met maart 1981 wordt er gebouwd; de bouwtijd bedraagt dus ongeveer negen maanden. In april 1981 zal mo gelijkerwijs de stadsschouwburg opnieuw in gebruik worden genomen. Dit alles houdt in dat de sloop van de toneeltoren pas in juni 1980 kan plaatsvin den. Eerder slopen is, gezien de samenhang met de bouwactiviteiten, niet mogelijk. Men zal kunnen begrijpen dat ik met het voor stel veel moeite heb. Ik ben nog steeds van mening dat we nu iets gaan doen waarvan we de consequen ties niet kunnen overzien, terwijl toch de gevol gen voor de gemeente Breda ingrijpend kunnen zijn. Ik zou daarom de raad willen voorstellen het voor stel aan te houden en te onderzoeken of er wel licht alternatieven zijn. Zo is er bijvoorbeeld gisteren via de Bredase Krant een plan gepresen teerd van een werkgroep die zich intensief met het wel en wee van het cultuurgebeuren in Breda bezig houdt. De werkgroep heeft een plan ter tafel lig gen om naast het Turfschip een nieuwe toren en een zaal te bouwen, niet meer en niet minder. Mij is bekend dat het allemaal niet zo eenvoudig is, maar het is volgens mij de moeite waard de realiserings mogelijkheden van dit plan te onderzoeken. Als ik lees wat de directeur van openbare werken schrijft, heb ik de indruk dat het mogelijk moet zijn een en ander te gaan onderzoeken alvorens over het voor stel te beslissen. Ik besluit met enkele regels uit de Bredase Krant: "Als de gemeenteraad de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1367