15 NOVEMBER 1979
1368
cultuur in Breda serieus neemt, moet deze in zijn
besluitvorming ook serieus zijn."
De heer DE BROUWER: Onze fractie gelooft dat
je het kaliber van een stad kunt afmeten aan de
wijze waarop zij haar burgers huisvest. De gemeen
te heeft nu eenmaal zeer beperkte mogelijkheden om
daar iets aan te doen, omdat het rijk en de pro
vincie een stevige vinger in de pap willen hebben.
In de tweede plaats kun je het kaliber van een
stad afmeten aan de wijze waarop zij voor haar
culturele voorzieningen zorgt. Op dat terrein nu
is de gemeente volledig autonoom en niet afhanke
lijk van het rijk €in de provincie. Breda mag dan,
zoals de heer Paquay zegt, in beweging zijn, ik
heb het gevoel dat het een beweging in neerwaartse
richting is als we het voorstel van de P.v.d.A.
gaan volgen.
De heer OOMEN: Welk voorstel?
De heer DE BROUWER: De decentralisatie van de
schouwburg naar buurt- en wijkgebouwen.
Er is echter ook sprake van een neerwaartse
beweging als we het voorstel van burgemeester en
wethouders volgen. De voorgestelde renovatie biedt
naar onze mening geen enkele uitkomst. Het is voor
ons de vraag of renovatie op den duur minder kost
baar zal blijken te zijn dan nieuwbouw. Eigenlijk
weten we wel zeker dat dat niet zo zal zijn. De
lapmiddelen die de gemeente sinds 1964 heeft toe
gepast, hebben ons al 1,7 miljoen harde en nog
hardere guldens gekost. Dat er sprake is van het
toepassen van lapmiddelen, hebben de heren Kamme-
raat en Gielen al voldoende aangetoond; ik kan er
dus beter over zwijgen. De renovatie biedt slechts
gedeeltelijk uitkomst, omdat er nog geen uitzicht
is op één of meer beslist noodzakelijke vervolgfa
sen. Dat uitzicht moet naar onze mening vanavond
worden geboden. Wij pleiten voor nieubouw, en wel
zo snel mogelijk. Daartoe zouden plannen moeten