1375 15 NOVEMBER 1979 wethouder af, met name op de vraag of hij nog de ge legenheid wil geven voor de discussie die door mij en naar ik meen ook door de heer Gielen zeer wen selijk wordt geacht. De VOORZITTER: Ik constateer dat de raad in eerste termijn is uitgesproken. Wij zullen nu gaan pauzeren en daarna is het woord aan de heer Sand- berg. Ik schors de vergadering. PAUZE De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Willen we de kans hebben de agenda vanavond af te werken, dan moet er met enige voortvarendheid wor den gewerkt. Ik geef daarom graag meteen het woord aan de heer Sandberg. Wethouder SANDBERG: Met uw goedvinden, mijn heer de voorzitter, zou ik graag de brief van het Comité Behoud Binnenstad over deze materie in de discussie willen betrekken. De brief is gericht aan de raad en is ook vanuit de raad al ter sprake gebracht. Wellicht kan de brief aan het eind van de discussie in de besluitvorming worden betrokken en voor kennisgeving worden aangenomen. Mijnheer de voorzitter. Na uw beroep op de raad om de agenda vanavond met voortvarendheid te behandelen heb ik er geen enkele behoefte aan van mijn kant stukken theater te gaan spelen en in bloemrijke bewoordingen een opvoering te gaan zit ten geven, waaruit zou moeten blijken dat ik het voorstel niet met een beetje pijn in het hart ver dedig. Een ieder kan zelf zijn conclusies trekken en als ik aan de andere kant van deze tafel zou hebben gezeten, had ik mij kunnen beperken tot de opmerking dat ik mij dolgraag bij de woorden van de heren Kammeraat en Van Asseldonk wilde aanslui ten. Ik meen dat er ten aanzien van een paar gro te lijnen heel snel enkele conclusies te trekken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1375