1387 15 NOVEMBER 1979 uitwerken van alternatieven te betrekken. Ander zijds wil ik van mijn kant enige duidelijkheid scheppen. Ik hecht wel degelijk aan de plaats die de schouwburg op dit ogenblik heeft en zeker ook aan de waarde van het gebouw in de omgeving. In verband daarmee voel ik weinig voor het alterna tieve plan dat nu op tafel is gekomen, maar ik vind wèl dat de raad, voordat hij tot een besluit komt, de mening van de bevolking serieus moet ne men en in het beleidsgebeuren moet inbouwen. Naar mijn mening is er wat dat betreft sprake van een gemiste kans. Ik laat al met al de twijfel die ik heb, uit monden in een voorkeur voor het voorstel van het college. We moeten op korte termijn iets doen, om dat een gesloten schouwburg een vrij slechte zaak is. Ik vind dat het inderdaad wenselijk is dat Bre da over een schouwburg kan beschikken. Het hoeft geen luxueus gebouw te zijn; een sobere, goed in gerichte schouwburg is voldoende. Daarnaast zou ik graag zien dat het gehele accommodatiebeleid de nota die daarover is opgesteld, biedt in dezen mo gelijkheden nog eens kritisch zou worden beoor deeld, maar dan in het kader van een cultureel be leid. De heer OOMEN: Ik wil nog een paar dingen kwijt in de richting van D'66. In de eerste plaats constateer ik dat volgens het program van D'66 culturele manifestaties niet beperkt dienen te blijven tot de binnenstad. De heer DE BROUWER: Ik heb dat ook niet be weerd I Het liefste zou mij zijn: het één en het ander De heer OOMEN: De kern van mijn opmerkingen komt nog! De VOORZITTER: Juist! In een paar zinnen, hè? Laat eens horen!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1387