15 NOVEMBER 1979
1392
39. Bijlage nr. 350:
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
VERLAGING VAN DE TARIEVEN ONROEREND-GOEDBE-
LASTINGEN VOOR HET BELASTINGJAAR 1980. (B)
De heer KAMMERAAT: Bij agendapunt 36 had ik
de eer het fractiestandpunt te mogen verkondigen,
maar ik kan dat hier niet claimen. Er is bij het
taxeren de waarde kon niet precies worden vast
gesteld 730.000,te veel binnengekomen.
Voor 1980 geldt volgens de planning een verhoging
van lh neerkomend op gemiddeld 2,per in
woner. Als je op die manier te werk gaat, wordt de
opbrengst het volgend jaar opnieuw 730.000,
hoger. Terecht is men van mening dat er zo een
structurele verhoging van de onroerend-goedbelas-
tingen zou worden vastgesteld, die dan ook gewoon
zou moeten worden aangevraagd.
Het punt is echter dat we hier wèl over mar
ginale bedragen praten. Een bedrag van
730.000,komt ongeveer neer op een investe
ringscapaciteit van 7,5 miljoen. Ik heb in mijn
fractie dan ook geprobeerd dit in relatie met de
stadsschouwburg te brengen. Als je die relatie
legt, kun je in één klap het hele gedoe afhande
len. Wat zijn daarvan de voordelen? Je krijgt geen
dubbele sluiting, je krijgt geen kapitaalverlies
van 1 miljoen en het moet toch een keer gebeu
ren. Er zijn natuurlijk veel prioriteiten, maar ik
ken er geen één waarbij 1 miljoen kapitaalver
lies optreedt, waarbij toch nog iets moet gebeuren
en waarbij opnieuw zoiets als een dubbele sluiting
optreedt.
Ik heb dit voor mezelf moeten overwegen en ik
kan alleen maar tot de volgende conclusie komen.
Je kunt niet zeggen: het geld is er niet. Het geld
is er wèl, het ligt hier, we gaan het teruggeven
en dat is formeel terecht, maar ik zou dit de kie
zers wel durven voorleggen.
De heer VAN DE STEENOVEN: Kunnen wij een