1393 15 NOVEMBER 1979 soortgelijk voorstel ook verwachten wanneer we weer over volkshuisvestingszaken praten? In dat verband horen we dat het niet acceptabel is de on- roerend-goedbelastingen te verhogen. De heer KAMMERAAT: Als u voorstellen hebt waaruit blijkt dat je, als je het nu niet doet, met miljoenen kapitaalverlies te maken krijgt, dan zou daarover te praten zijn. De heer GARRITSEN: In het verleden heb ik duidelijk gemaakt dat ik met de destijds gewijzig de berekening nogal veel moeite had en dat ik er niet mee akkoord kon gaan. Op dit ogenblik worden we geconfronteerd met een verlaging, wat op zich zelf toe te juichen is. Wij vinden echter dat die verlaging alleen ten goede zou moeten komen aan de gebruikers en niet aan de zakelijk genothebbenden. Graag zouden we een verandering in die richting zien, maar omdat dat er politiek niet inzit, ga ik met het voorstel akkoord. De huurders van woningen gaan er op deze manier toch in ieder geval iets op vooruit. Afgezien daarvan bepleiten wij een ver schuiving in de door ons gewenste richting. De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Broe ders Wethouder BROEDERS: Ik geloof dat ik niet hoef te antwoorden. De VOORZITTER: U kunt misschien wel iets ver tellen! Wethouder BROEDERS: Ik heb begrepen dat u op kortheid hebt aangedrongen en ik zou mij daarbij willen aansluiten, want het heeft mijns inziens weinig zin op deze wijze een discussie te voeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1393