1403
15 NOVEMBER 1979
ruimtelijke ordening is ons gebleken dat de reali
sering van één van beide alternatieven wordt be
groot op circa 2,6 miljoen. We vinden dit pro
ject veel te kostbaar; het lijkt ons dat met min
der geld een uitstekend geoutilleerde bushalte
voor de stadsdiensten moet kunnen worden ingericht
Mevrouw DEN OUDEN-JANSEN: In dit voorstel
worden twee varianten aangeboden voor het vaststel
len van de plaats van een centrale bushalte voor
lokaal vervoer en een centrale bushalte voor het
streekvervoer. Een dergelijke keuzemogelijkheid is
geen alledaags verschijnsel. Om een juiste keus te
kunnen doen moeten we enkele aspecten zorgvuldig
afwegen. Deze aspecten zijn:
- het openbaar vervoer;
- het verkeerstechnisch aspect;
- de planologische inrichting.
Voor het gerief van de gebruikers van het
plaatselijk openbaar vervoer dan wel van het
streekvervoer zal het weinig of geen verschil ma
ken, welke van de beide varianten zal worden geko
zen, omdat beide aan redelijke eisen van bereik
baarheid en veiligheid voldoen. Voor het verwerken
en geleiden van de stroom voetgangers door dit
deel van de binnenstad zijn er echter wel degelijk
verschillen. Een centrale bushalte voor het stads
vervoer op de Oude Vest houdt in dat de voetgan
ger sstroom zal worden verdeeld over Houtmarkt,
Halstraat, Ginnekenstraat en Eindstraat. Als deze
halte in de Karnemelkstraat wordt gesitueerd, valt
te verwachten dat Ginnekenstraat, Eindstraat en
Karnemelkstraat meer voetgangers tot zich zullen
trekken. Het spreekt vanzelf dat verschillende be
langengroeperingen een eigen benadering zullen
hebben ten aanzien van het vaststellen van de
plaatsen voor deze haltes. Is het voor de gemeente
een punt van overweging geweest dat zij bepaalde
straten een "loop" wilde bezorgen?
De verkeersgeleiding van bussen, fietsen, be
stemmingsverkeer en naar ik meen ook taxi's moet