15 NOVEMBER 1979 1406 geacht, mede om te proberen de winkelrelatie tus sen de Nieuwe Ginnekenstraat en de rest van de bin nenstad op gang te brengen: een zeer belangrijke relatie, zeker gezien de ontwikkelingen in de Gin nekenstraat van de laatste jaren. Uitgaande van die filosofie kun je je afvra gen wat dan uit stedebouwkundige overwegingen de gunstigste lokatie is. Terecht geeft het college in zijn voorstel aan dat de lokatie-Oude Vest in dit opzicht de beste is, omdat je daarmee de rechthoek Houtmarktpassage-Halstraat het nodige gewicht geeft. In onze stedebouwkundige opzet is het immers zaak ervoor te zorgen dat het winkelge- beuren niet een langgerekte vorm krijgt maar juist een rond totaalkarakter, in het belang van een volwaardig binnenstadsgebeuren. Er is een stedebouwkundig aspect dat ik in het geheel niet heb teruggevonden, terwijl ik had verwacht dat de deskundigen van de dienst er aan dacht aan zouden hebben besteed. Het aanbod van winkelend publiek in de binnenstad zal evenredig over de invalshoeken moeten worden verdeeld. Door de bestemming tot voetgangerdomein heeft de Vee marktstraat een versterkte functie gekregen. Daar valt nu een stuk voorziening weg, zij het dat de druk op die straat in verband met de invalshoek vanuit het station blijft bestaan. Daarmee is via die weg een belangrijke invalshoek voor onze bin nenstad verzekerd. De lokatie-Oude Vest biedt, zo als ik zojuist al zei, de mogelijkheid om de Hout marktpassage en de Halstraat daarin te betrekken. Een derde aspect. Gisteravond is ons gebleken dat het comité "Breda, hou je hart vast" ervoor pleit de Nieuwstraat in de toekomst in het winkel- gebeuren te betrekken. Op grond daarvan zou voor de lokatie-Karnemelkstraat moeten worden gekozen. Natuurlijk is de relatie die hier wordt gelegd op zichzelf aardig, maar we moeten ook beseffen dat er, als de V.V.D.-motie wordt uitgevoerd -- en ik hoop dat dat zal gebeuren een centrale par keergarage op het kathedraalterrein komt, met als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1406