140 15 FEBRUARI 1979 commissie nog eens uitvoerig over kunnen praten. Ik neem aan dat dit ook niet de bedoeling van me vrouw Saelman is, maar ik slaag er niet in nu van af de tafel het bedrag van 40.000,te verdui delijken. De grootste factor is hierbij naar ik meen de aanleg van een vluchttrap aan de achter zijde, wat moet gebeuren in verband met de drukke bezetting van de bovenverdieping. De heer Ten Wolde wil ik uit de droom helpen. De meerderheid in de commissie-ad hoc was zeer groot, want de gemeenteraad van Breda heeft in de commissie-ad hoe acht mensen benoemd, zijnde de burgemeester, de wethouder van openbare werken, de gemeentesecretaris, de directeur openbare wer ken, de chef van de afdeling stadsontwikkeling en nog drie raadsleden. Als de heer Ten Wolde zich dat realiseert zal hij zich kunnen voorstellen dat de meerderheid van de commissie ad hoe voor een bepaald voorstel was. Ik ben onmiddellijk voor het aan het college delegeren van dit soort kwesties, waarover wij nu echter niet behoeven te beslissen. Ook tegen de achtergrond van de opmerkingen van de heer Garrit- sen ben ik wel van mening, dat het verstandig zal zijn ons hiermee ruim voor de volgende verkiezin gen te gaan bezighouden. Mevrouw Muntjewerff heeft op spoed bij de uitvoering aangedrongen. Van collega Broeders heb ik begrepen dat, als de raad dit voorstel vanavond goedkeurt, bij de griffie ten aanzien van goedkeu ring van het krediet een spoedprocedure aanhangig zal worden gemaakt. Daarna zal door de bevoegde instanties nog een bouwvergunning moeten worden verleend met daarbij een advies van monumenten zorg, maar dat komt allemaal best goed. Rest mij nog erop te wijzen, dat er zoals men in het stuk heeft kunnen lezen een meer derheids- en een minderheidsstandpunt is. De VOORZITTER: Als gevolg van het meerder heids- en minderheidsstandpunt vindt u in het u

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 140