15 NOVEMBER 1979 1412 er kan worden gewoond. Overigens moet worden be dacht dat het hier over een eigendomssituatie van de AMRO-bank gaat: het object is ons eigendom niet. Terecht heeft de heer Van de Steenoven erop gewe zen dat van de zijde van de AMRO-bank een vraag over de bereikbaarheid is gesteld. Het districts kantoor zal geheid uit de Veemarktstraat verdwij nen en voor het geval dat het ter plaatse van "De Veste" zou worden gevestigd, heeft de AMRO-bank gevraagd of het college kan garanderen dat die vestiging te allen tijde bereikbaar zou zijn. De heer Van de Steenoven heeft de desbetreffende brief van de AMRO-bank aangehaald, maar helaas is hij wellicht niet op de hoogte van het antwoord dat het college destijds, eveneens per brief, heeft gegeven, inhoudende dat de gevraagde garan tie niet kan worden gegeven. Misschien kan dit de heer Van de Steenoven enigermate geruststellen. Het is natuurlijk voor een college onmogelijk om op bijna oneindige termijn de garantie van bereik baarheid te allen tijde te geven. De heer VAN DE STEENOVEN: Het ging mij niet zo zeer om die bereikbaarheid. Het ging mij erom aan te tonen dat men, als er zo'n districtskantoor komt, veelvuldig gebruik zal maken van de auto om daar dicht in de buurt te komen. Dat betekent dat de smalle straten ter plaatse veel autoverkeer te verwerken zullen krijgen en dat de oude problemen weer zullen ontstaan, terwijl ik die nu juist wil voorkomen. Ik wil alleen maar beargumenteren dat een districtskantoor niet op deze plaats maar een eind uit het centrum moet worden gevestigd. Wethouder VAN DUN: We praten er vanavond niet over of er ter plaatse al dan niet een districts kantoor zal komen. Ik heb de heer Van de Steenoven slechts, naar aanleiding van zijn vraag, in kennis gesteld van correspondentie die is gewisseld. Ik kan de gevolgen daarvan niet inschatten, maar ik heb op zijn minst de indruk dat het antwoord van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1412