15 NOVEMBER 1979 1434 bepaalde invulling te verwachten zijn, passen op zijn minst in het globale bestemmingsplan. Tegen die achtergrond achten wij de eventuele negatieve ontwikkeling minder ernstig dan het voorstel ons zou doen vermoeden. De heer VAN DE STEENOVEN: Ik vind dat de V.V.D.-fractie zich op het ogenblik erg naief op stelt. Het is voor iedereen in deze raad duidelijk wat er aan de hand is en het is ook duidelijk dat de personen en organisaties die hier achter de schermen een rol spelen, op geen enkele manier re kening houden met het gemeenschapsbelang De heer TEN WOLDEWij zijn volstrekte tegen standers van subjectieve besluitvormingI De VOORZITTER: Moeten we op dat niveau spre ken? De heer VAN DE STEENOVEN: Ik wil er niet veel meer van zeggen, maar ik denk gewoon dat iedereen v/eet waar het om gaat en ik vind het dan wat merk waardig De heer TEN WOLDE: Ik maak ernstig bezwaar tegen deze opmerking van de heer Van de Steenoven, omdat hij in de richting werkt -- dat is de P.v.d.A. wel eigen van het doen plaatsvinden van subjectieve besluitvorming. Ik heb als fractie voorzitter mijn betoog nadrukkelijk losgekoppeld van namen en van de inhoud van het voorstel. Het gaat mij puur om de procedure. Van de P.v.d.A.- zijde is altijd gezegd dat men stukken wilde zien en nu wij van onze kant om stukken vragen, wordt er politiek in beschuldigende zin bedreven die wij bepaald niet lusten! De VOORZITTER: Het lijkt mijniet alleen vanwege de tijd, alleszins redelijk erop aan te dringen de discussie zakelijk te houden en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1434