150
19 FEBRUARI 1979
mogelijkheden voor Breda van een eventuele herin
voering zijn.
De situatie van dit ogenblik is enigszins
anders dan de situatie tijdens de commissieverga
deringen. Hoe dat ook zijde huidige situatie
baart in ieder geval de Partij van de Arbeid-frac-
tie zorgen. Er kan wel een besluit worden genomen,
maar onze fractie zou duidelijk uitzicht willen
hebben op de richting waarin de ontwikkelingen
zich gaan afspelen. Het college heeft toegezegd
dat in commissieverband een notitie zal kunnen
worden bediscussieerd, een toezegging die wij na
der zouden willen toespitsen. Met dat doel voor
ogen wil ik een amendement op het voorstel bijla
ge nr. 42 indienen, luidende als volgt:
"(aan het besluit de volgende punten toevoe
gen)
2) het onder 1) geformuleerde uitgangspunt
een rol te laten spelen bij de totstandko
ming van een nota over de mogelijkheden
tot herinvoering van de Woonruimtewet '47
voor Breda;
3) bij de totstandkoming van de onder 2) be
doelde nota de notitie van de Partij van
de Arbeid d.d. januari '79 over de Woon
ruimtewet '47 te betrekken;
4) grondig overleg met de woningbouwvereni
gingen tot stand te brengen ter toetsing
van hun bereidheid tot medewerking aan de
mogelijke herinvoering van de Woonruimte
wet '47;
5) uiterlijk in juni '79 een preadvies aan de
raad voor te leggen m.b.t. de herinvoering
van de Woonruimtewet 147
Mij is bekend dat er enkele dingen in ontwik
keling zijn en dat de Woonruimtewet op bepaalde
punten zal worden veranderd. Ik vind echter dat
wij daarop niet moeten wachten. Landelijke proce
dures lopen over het algemeen vrij lang, maar de
problematiek is nijpend en wij vinden dan ook dat
de raad, afhankelijk van de mogelijkheden die in