154
19 FEBRUARI 1979
in Breda verdergaande beperkende maatregelen
rechtvaardigt dan die aangegeven in de bij
zondere voorwaarden behorende bij de Algeme
ne Verkoopvoorwaarden 1979,
verzoekt het college bovengenoemde bijzonde
re voorwaarden als volgt uit te breiden en
aan te passen:
art. 1
nadere eisen te stellen t.a.v. selectie van
de gegadigden voor huur- en koopwoningen met
name t.a.v. de relatie huur/koopprijs-inko-
men en t.a.v. relatie woninggrootte-gezins
samenstelling
art. 5
termijn voor zelfbewoning te verlengen van
5 naar 10 jaar. Bij verkoop, zowel (met toe
stemming) binnen de gestelde termijn voor
zelfbewoning als na afloop van deze termijn,
de eis te stellen dat de woning wordt aange
boden tegen vervangingswaarde."
Voldoende ondersteunend zijnde maakt de motie
van mevrouw Muntjewerff mede onderwerp van
beraadslaging uit.
De heer TEN WOLDE: Uit de behandeling in
twee commissievergaderingen en een extra commis
sievergadering, alsmede uit het uitstel van de
behandeling in de raadsvergadering, blijkt duide
lijk dat we hier met een uitermate belangrijke
materie te maken hebben. Bij het aanhoren van de
tot nu toe gehouden discussie heeft het mij eer
lijk gezegd in hoge mate verbaasd dat niemand de
aandacht heeft gevestigd op het wezenlijke pro
bleem: het gebrek aan bouwproduktie. Naar mijn
mening ligt daar de kern die moet worden aange
pakt. In de tweede plaats heeft niemand erop gewe
zen dat de markt van woningzoekenden volkomen is
veranderd. In vijf a zes jaar heeft een gezins
verdunning van 3,51 naar 2,89 plaatsgevonden, een
verschijnsel waarover in de raadsdebatten van de
jaren 1965-1970 nooit is gesproken, omdat men het