156 19 FEBRUARI 1979 uitgangspunt voor de raad lijkt mij het woonrecht voor een ieder, doch we zullen in het kader van een beleid prioriteiten moeten blijven aangeven. Of een toelatingsbeleid in dit verband een juist instrument is, vraagt onze fractie zich nog ten sterkste af. Het is nog maar twee jaar geleden dat we in deze raad spraken over "Breda-groeistad"Aan de orde was toen het hoofdbeleid op het gebied van de ruimtelijke ordening. Gelijktijdig zou worden ge werkt aan een betere spreiding van de woningen, een vermindering van de druk vanuit de randstad en een nadere uitwerking van het accepteren van een zekere taakstellende opdracht in het kader van de overloop uit de randstad. Wat zien we? Twee jaar later worden voorstellen gedaan voor de invoering van een volledig toelatingsbeleid. In verband daarmee rijst de vraag of er dan toch inmiddels een rode vlag bij de Moerdijkbrug staat met een bondje "toegang alleen voor echte Bredanaars". Wij constateren dat er in huidige situatie duidelijk een stap terug wordt gezet. Het streven naar integratie van de bevolking, dat in het hui dige huisvestingsbeleid als een duidelijk winst punt werd ervaren, wordt teruggevoerd naar een sec- tarisme waarin elke gemeente zijn eigen regels be paalt. Je zou bijna kunnen spreken van een situa tie waarbij de leenheer bepaalt wie er op zijn landgoed komt: herstel van de aristocratie met een democratisch gezicht, doch intussen wordt er wèl over mensen en menselijke omstandigheden geoor deeld. Wie kan mij aantonen dat de woningnood van een woningzoekende uit de randstad minder urgent is dan die van de echte Bredanaar, wie dat ook mo ge zijn? Ongetwijfeld hebben bepaalde Bredase wo ningzoekenden hogere prioriteit dan mensen in de randstad, maar hebben wij het recht om daarover te oordelen? Uiteraard is de V.V.D.-fractie van mening dat de Bredase woningbouwproduktie primair moet worden gericht op de Bredanaars die werkelijk prioriteit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 156