158
19 FEBRUARI 1979
komende jaar duidelijk inzicht in de bedoelde mo
gelijkheden hebben. Ik zou de wethouder willen
vragen het komende jaar op dit punt meer inzicht
te geven en in te gaan op de achtergronden van de
ontstane vertragingen.
Er is nog een tweede punt dat ons enigszins
dwars zit. In het preadvies wordt opgemerkt dat er
een stringenter beleid zal worden gevoerd, indien
blijkt dat de vraag in het kader van de overloop
zich wellicht op het bestaande woningbestand in de
binnenstad gaat richten. Duidelijk is dat het in
troduceren van een toelatingsbeleid voor een deel
van de woningen, de nieuwbouw, automatisch tot een
grotere druk op het bestaande woningbestand leidt.
Als we dan ook tot een afweging willen komen om
wellicht ook andere aspecten in een toelatingsbe
leid te betrekken, zullen we moeten peilen hoe op
dit ogenblik de vraag over de stad verdeeld is. De
vraag rijst of "collectief modderen in de marge"
een gerechtvaardigd middel is en of het goed is te
trachten op kunstmatige wijze de vraag als geheel
te beïnvloeden. Door het beïnvloeden van de vraag
zal niet alleen wellicht een vertraging aan de
aanbodzijde optreden; ook het doorstromingsbeleid
dit wordt in het ministeriële stuk bevestigd
kan erdoor stagneren, een effect van de invoering
van een toelatingsbeleid waarvan de gevolgen niet
te overzien zijn.
Mijn fractie wil de gedane voorstellen beoor
delen tegen de achtergrond van de gemaakte pro
gramma-afspraken. Duidelijk is gesteld dat het
voorgestelde beleid een tijdelijk karakter zal
hebben. Wij geloven dat men inderdaad tijdelijk
met dit beleid moet worden gewerkt, opdat de wo
ningen die gereed komen voor de urgente Bredase
woningzoekenden bestemd worden. Als kanttekening
geldt dat moet worden gewaakt voor elke ontwikke
ling in de richting van een stringenter beleid en
van een volstrekt gereguleerde situatie waarin
elke woningtoewijzing op zichzelf moet worden be
oordeeld aan de hand van criteria waarvan je de