11 JANUARI 1979
15
vertrouwensrelatie tussen politie en bevol
king een wezenlijk onderdeel behoort te zijn
van het politiebeleid en dat dit dan onder
andere impliceert dat vrouwen die aangifte
willen doen van mishandeling, aanranding of
verkrachting, dienen te worden geholpen door
vrouwelijke agenten?
Antwoord
Met U ben ik van mening, dat de vertrouwensre
latie tussen politie en burgerij een zéér we
zenlijk onderdeel is van het politiebeleid.
Dat impliceert niet, dat vrouwen, die aangifte
doen van tegen hen gepleegde misdrijven, uit
sluitend geholpen moeten worden door vrouwe
lijke agenten.
Tot nu toe is bij dergelijke aangiften bij de
Bredase politie van een dergelijke behoefte
niet gebleken.
Overigens kan ik U in dit verband mededelen,
dat door mij aan de minister van binnenlandse
zaken is verzocht in het onderzoeksprogramma
ten behoeve van de politie de verwachtingen,
die binnen de burgerij leven ten aanzien van de
politie te betrekken.
Vraag
- Indien vraag 1. bevestigend wordt beantwoord,
kan het college dan aangeven waarom in ge
noemde advertentie voor Breda niet dezelfde
uitzondering wordt gemaakt als voor Den Haag?
Antwoord
Op het moment van verschijning van de door U
aangehaalde advertentie was er in het Bredase
politiekorps geen vacature, zodat Breda niet
in de wervingsadvertentie opgenomen kan zijn.
Voorts bericht ik U, dat binnen het operatione
le korps van de Bredase politie een vrouwelijke
inspecteur bij de kinder- en zedenpolitie werk
zaam is.
Buiten het operationele korps zijn wel een