160
19 FEBRUARI 1979
maar daarmee is natuurlijk de individuele burger
bepaald niet gediend.
De heer Hendriksen en mevrouw Muntjewerff zijn
ingegaan op de termijnen die men in het kader van
het algemene verkoopvoorwaarden-beleid wil stellen.
Het lijkt mij goed tot formulering voor de korte
termijn te komen, omdat formulering voor de lange
termijn ertoe kan leiden dat er over tien jaar nog
steeds sprake van schaarste is. De bouwstatistieken
tonen, onder meer blijkens publikaties in "Cobouw"
dat men landelijk een "kruispunt" van de aanbods-
en de vraagontwikkeling verwacht in de periode
1981/1983. In verband hiermee moet het verkoopvoor-
waardenbeleid op de korte termijn gebaseerd zijn.
Het te verwachten verschijnsel komt al duidelijk
tot uiting in de huidige stagnatie van de verkoop
van woningen, gepaard gaande met een groot aanbod.
Mijn fractie heeft er grote moeite mee dat
een algemeen beleid dat per definitie in de pu
bliekrechtelijke sfeer zou moeten liggen langs
privaatrechtelijke weg wordt gevoerd. Het ministe
riële stuk ademt een soortgelijke geest: gesteld
dat er regulerend zou moeten worden opgetreden
wat wij op voorhand betwijfelen, omdat niet vol
doende is onderzocht hoe de woningbouwproduktie
kan worden opgevoerd dan moet je niet je toe
vlucht zoeken in privaatrechtelijke maatregelen.
Ook op dit punt benadert de V.V.D.-fractie de
voorstellen volstrekt afstandelijk. We krijgen
straks te maken met een "pan soep" van verschil
lende eigenaren van woningen in de stad, waarbij
je niet meer kunt zien of een eigenaar wel of niet
onder een gemeentelijk beleid valt.
De bedoelingen van een anti-speculatiebeding
ten opzichte van instituten, beleggers of bouwers
kan de V.V.D.-fractie ik heb het al gezegd
volkomen onderschrijven. Er moet worden gebouwd,
opdat aan de woningbehoeften wordt voldaan, en
langdurige leegstand terwille van speculatie is
ongewenst. Bij de individuele particulier ligt,
nogmaals gezegd, de situatie volstrekt anders: op