19 FEBRUARI 1979 163 preadvies wordt in dit verband verwezen naar de verstedelijkingsnota. Wat in het preadvies aan de orde wordt ge steld is natuurlijk grote onzin. Voor het gemak vergeet men namelijk de overloop naar de bestaande woningen. Wij vragen ons af of het college serieus meent wat het in dit preadvies schrijft. Men cre- eert immers een toelatingsbeleid ook van V.V.D. zijde is daarop gewezen alleen voor de nieuw bouwwoningen. Als wij nu zien dat in 1977 930 ge zinnen en ruim 3.200 alleenstaanden uit Breda ver trokken, dan geven deze getallen voldoende aan dat er per jaar een groot aantal woningen vrij komt dat niet onder dit toelatingsbeleid valt. Als wij dan ook nog de verhuizingen binnen de gemeente vermelden 1.300 gezinnen en 3.700 alleenstaan den dan is overduidelijk dat een toelatingsbe leid voor alleen nieuwbouwwoningen volstrekt on voldoende is en nauwelijks een toelatingsbeleid mag heten. Je zou verwachten dat de V.V.D. het met ons standpunt eens zou zijn. In V.V.D.-kringen is men nogal op de invoering van een toelatingsbeleid te gen, maar men heeft dit punt in het programakkoord moeten opnemen om in het college te kunnen komen. Nu dit toelatingsbeleid er ligt kan ik mij goed voorstellen dat de V.V.D. zich er volstrekt in kan vinden: het heeft immers toch geen enkel effect. Over het preadvies met betrekking tot het toe latingsbeleid wil ik nog de volgende opmerkingen maken. Bij het schetsen van de uitgangssituatie wordt onder punt 4. opgemerkt dat de vraag naar woonruimte in Breda gericht is op woningen in alle categorieën: woningwet-, premie- en vrije-sector- woningen. Naar onze mening is het zaak de uitgangs situatie beter en juister uit te werken. Het maakt nogal verschil of iemand aan het zoeken is naar een woning van 200.000,a 400.000,of dat het gaat om mensen die naar een woningwetwoning vertrekken. In het eerste geval zal het meestal niet om een urgente woningzoekende gaan. Het lijkt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 163