19 FEBRUARI 1979
165
preadvies staan en ik moet op grond van wat ik met
betrekking tot de werkelijke oorzaken heb kunnen
nazoeken, tot de conclusie gekomen dat die uit
spraak volstrekt onjuist is. Het gebied Leuvenaar
straat/Middellaan en de Gerardus Majellawijk heb
ben al heel lang in de planning gezeten en de oor
zaken daarvan hebben naar mijn mening niet in eer
ste instantie met bouwgrond te maken, tenzij je
alle procedurekwesties ook onder de categorie "het
ontbreken van bouwgronden" brengt; in dat geval
zou ik echter graag een uitsplitsing zien. De heer
Ten Wolde heeft al op de woningbouwproduktie in de
Haagse Beemden gewezen; ik denk dat het gewoon een
kwestie is van een stuk beleid dat volslagen uit
de hand is gelopen. In het verleden heeft iemand
die nu lid van het college is, ook wel eens opmer
kingen in die richting gemaakt. Ik kan mij niet
voorstellen dat zij zich in dit preadvies kan vin
den, tenzij zij een heel merkwaardige "salto mor-
tale" heeft gemaakt.
Van groot belang is op dit ogenblik te stre
ven naar herinvoering van de Woonruimtewet. Die
herinvoering, waarop ook van P.v.d.A.-zijde is aan
gedrongen en die wellicht in het verschiet ligt,
zal meer ruimte bieden. Het is zaak de discussies
die daarover op dit ogenblik in de Tweede Kamer
plaatsvinden, te volgen en er actief op in te spe
len. Wij moeten nagaan welke hiaten er in de wet
zitten, teneinde er bij de rijksoverheid en de po
litieke partijen op aan te dringen dat de wet zo
danig wordt verbeterddat we er in Breda goed mee
uit de voeten kunnen.
In wezen ben ik het wel met de V.V.D. eens
dat een mens vrij moet zijn zich te vestigen waar
hij wil. In het huidige systeem is het echter zo
dat die vrijheid alleen maar bestaat voor de men
sen met de hogere en hoogste inkomens. Die kunnen
wèl bepalen waar zij komen te wonen, mede dank zij
de prijsgrenzen die in de huidige Woonruimtewet
zijn opgenomen. Vrijheid blijkt steeds slechts
voor een beperkte groep te gelden en daar passen