166 19 FEBRUARI 197 9 wij voor. In dit verband zijn wij voor de invoe ring van de Woonruimtewetmits deze voor iedereen van kracht zal zijn, zodat alle mensen over één kam worden geschoren en er niet een bepaalde groep wordt uitgesloten. Over het voorstel tot vaststelling van de al gemene verkoopvoorwaarden kan ik kort zijn. Met het oog op de grondverkoop die vanavond nog aan de orde moet komen is het voor bepaalde partijen uiterst noodzakelijk dat hierover een uitspraak wordt gedaan. Voor ons staat als een paal boven water dat je, wil je speculatie aanpakken, de grond niet moet verkopen maar in erfpacht moet uitgeven. Ik begrijp niet waarom bijvoorbeeld de Partij van de Arbeid, die dit zelfde al jarenlang heeft bepleit, op dit ogenblik, nu de algemene verkoopvoorwaarden niet aan haar eisen voldoet, niet voor erfpacht kiest. Samenvattend: wij beoordelen de voorstellen onder de agendapunten 17 en 20 beide dusdanig ne gatief, dat wij onze steun eraan zullen onthouden. De VOORZITTER: Dames en heren. Het college zal zich over de motie en het amendement moeten beraden. Omdat men wellicht ook in de fracties nog gelegenheid tot discussie wil hebben, lijkt het mij goed de nu te houden pauze te doen samenvallen met de schorsing die wij voor het verdere verloop van de beraadslagingen nodig hebben. Ik schors de vergadering. PAUZE. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Na deze tamelijk lange pauze zal het college van bur- gemee.ster en wethouders antwoorden. Het woord is daartoe aan wethouder Van Dun. Wethouder VAN DUN: Ik bevind mij in het span ningsveld tussen enerzijds een moedeloos gevoel dat mij bij het aanhoren van de discussie bekruipt, en anderzijds een zekere irritatie die door de ge maakte opmerkingen wordt gewekt. Desondanks lijkt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 166