19 FEBRUARI 1979
173
gesproken, wil ik op één punt van het betoog van
mevrouw Muntjewerff nog ingaan: de door haar be
doelde eisen ten aanzien van een pakket van huur-
en koopprijzen. Ik geloof dat het stellen van der
gelijke eisen in de wereld waarin wij leven niet
alleen niet gewenst, maar zelfs onmogelijk zou
zijn, in het kader van het mogelijk maken van aan
vaardbare prijzen in de sociale woningbouw wanneer
we niet anders dan in pakketten gaan aanbesteden.
Ik heb daarover in de openbaarheid reeds iets ge
zegd.
De opvatting dat de door mevrouw Muntjewerff
genoemde termijn van twee maanden tot zes maanden
zou moeten worden verlengd, is niet in overeen
stemming met het standpunt van de meerderheid van
het college. Hetzelfde geldt voor de door haar ge
noemde termijn van vijf jaar.
Naar aanleiding van het betoog van de heer
Ten Wolde heb ik zojuist gezegd het gevoel te heb
ben gekregen dat ik door de kat werd gebeten. De
heer Ten Wolde zal het mij niet euvel duiden als
ik erop wijs dat ik, toen hij zijn eerste vier
"items" naar voren bracht., dacht mijzelf te horen
praten
De heer TEN WOLDEDe wethouder had ervoor
moeten zorgen dat hij niet werd gebeten!
Wethouder VAN DUN; Ik heb het over de eerste
vier "items" van het betoog van de heer Ten Wolde.
Op de eerste plaats heeft de heer Ten Wolde
gezegd dat niemand over het "dal" in de bouwpro-
duktie heeft gesproken. Ik meen echter dat er tij
dens de laatste algemene beschouwingen over de be
groting en ook in de jaren daarvoor nogal wat aan
dacht onzerzijds aan die problematiek is besteed.
Voorts heeft de heer Ten Wolde gesproken over
een veranderde markt. Ik meen mij te herinneren
dat we het in het verleden juist over de verander
de markt hebben gehad. Hetzelfde geldt voor de ge
zinsverdunning. De heer Ten Wolde heeft op de vier
de plaats het beeld van een rode vlag op de