178
19 FEBRUARI 1979
worden gedaan, in strijd acht met het program op
hoofdpunten. De meerderheid van het college ont
raadt de raad de aanvaardig van dit amendement.
Om een lang verhaal kort te maken: hetzelfde geldt
voor de motie van mevrouw Muntjewerff, die naar
onze mening een amendement is. Hierbij hebben we
meteen al bezwaar tegen de considerans "van mening
dat de grote woningnood in Breda verdergaande be
perkende maatregelen rechtvaardigt Ik heb
geprobeerd duidelijk te maken dat ons voorstel tot
wijziging van de algemene verkoopwaarden niet de
pretentie heeft die de P.v.d.A.-fractie eraan
hecht. In de tweede plaats zijn de voorgestelde
wijzigingen van de artikelen 1 en 5 voor de meer
derheid van het college onaanvaardbaar.
De heer HENDRIKSEN: Ik zal maar als eerste
reageren: dan kunnen anderen daar misschien nog
iets van "meepikken", want dat lijkt mij, nadat ik
de beantwoording van het college heb gehoord, niet
helemaal zinloos. Uit de woorden van de wethouder
maak ik op dat hij het gevoel heeft in een pret
tige positie te verkeren. Hij zegt wel dat hij
moedeloos is, maar dat is, denk ik, alleen maar
de buitenkant. Enerzijds heeft hij namelijk aange
geven dat de V.V.D. hem naar rechts zit te trek
ken, anderzijds trekken wij hem naar links en dat
lijkt mij toch een uiterst comfortabele positie.
De wethouder is niet zo moedeloos; ik denk dat er
veeleer voor ons reden tot moedeloosheid is, maar
dat komt straks nog wel aan bod.
Allereerst iets over het programakkoord. Ik
ben daar in eerste instantie niet zo uitgebreid
over geweest, omdat het naar de mening van de
P.v.d.A.-fractie geen punt van discussie is. In
derdaad wordt op de door de wethouder genoemde
punten het programakkoord keurig gevolgd. Wij heb
ben daar ook geen enkele aanmerking op. Het enige
wat wij in de vorige commissievergaderingen en in
onze notitie hebben betoogd en wat wij ook van
avond weer naar voren willen brengen is het