19 FEBRUARI 1979
179
volgende. Een half jaar nadat de betrokken frac
ties het over het programakkoord eens zijn gewor
den, kun je constateren dat bepaalde ontwikkelin
gen zich vrij drastisch versnellen en dat er op
vrij korte termijn nogal wat nieuwe informatie
beschikbaar is gekomen. Naar onze mening moet je
een en ander toch in ieder geval nadrukkelijk in
discussie brengen en moet je gezamenlijk nagaan
of wellicht de conclusie moet worden getrokken
dat op bepaalde onderdelen de uitvoering van het
programakkoord te versnellen is.
Wethouder VAN DUN: Ik herinner mij de discus
sies over het programakkoord nog verdomd goed.
Het is zelfs de Partij van de Arbeid geweest die
punt 8 van het programakkoord heeft ingebracht.
Voor het geval dat zich belangrijke wijzigingen
in het maatschappelijk gebeuren voordoen, bepaalt
punt 8 dat voorstellen tot bijstelling van de
hoofdlijnen schriftelijk beargumenteerd moeten
zijn voordat zij door de fracties in behandeling
worden genomen. De heer Hendriksen geeft zelf aan
dat dit geval zich hier voordoet.
De heer HENDRIKSEN: Het gaat hier niet om
een wijziging. Wij constateren aan de hand van de
ontwikkelingen dat enkele ideeën die in september
bij de opstelling van het programakkoord leefden,
in ieder geval aan discussie onderhevig zijn ge
raakt. Daaruit valt af te leiden dat enkele af
spraken die nu moeten worden gemaakt en die op
zichzelf overeenkomen met het programakkoord, best
een beetje aanvulling en toespitsing zouden kunnen
verdragen. De zwaarte die wethouder Van Dun er op
dit ogenblik aan geeft, heeft de Partij van de
Arbeid-fractie er helemaal niet aan gegeven.
Ik heb overigens het gevoel cjat dit element
de hele discussie en met name ook de standspunt-
bepaling van de meerderheid van het college is
gaan kleuren. De wethouder zei aan het eind van
zijn beantwoording dat mijn amendement niet in
overeenstemming zou zijn met het program op