180
19 FEBRUARI 1979
hoofdpunten. Ik wil dan ook het amendement nog
eens doornemen, want ik denk dat er méér in wordt
gezocht dan er eigenlijk in zit. De essentie van
het amendement is dat er een aantal stappen zouden
moeten worden genomen, opdat de raad in juni tot
een betere weging van het geheel van de Woonruimte-
wet kan komen. Die stappen hebben wij "vertaald"
in de punten 2) t/m 4)die aan discussie onder
hevig kunnen zijn. De teneur van het amendement is
dat, gezien de snelle ontwikkelingen, alle vrijko
mende informatie en de tot onze vreugde toegezegde
notitie, de raad in juni in ieder geval, duidelijk
gewapend met argumenten, moet kunnen kiezen. Ik
teken daarbij met nadruk aan dat een keuze vóór de
invoering van de Woonruimtewet 1947 niet bij voor
baat vaststaat. Er moet voor de raad gewoon een
keuze zijn: dat hoeft op zichzelf helemaal niet
onderbouwd te zijn met een standpuntbepaling in de
ene of andere richting van het college.
Tegen deze achtergrond zie ik niet in waarom
ons amendement niet met het program op hoofdpunten
zou stroken.
De wethouder heeft gezegd dat hij in de com
missievergadering een redelijk compromis ter tafel
heeft gebracht. Nu heeft hij in de commissieverga
dering een aantal dingen geformuleerd waarvan wij
op zijn minst hadden verwacht dat het C.D.A. ze
hier in de vorm van een motie aan de orde zou
stellen, maar dat is niet gebeurd. Volgens de wet
houder zouden wij een en ander per 1 januari 1980
moeten begrenzen en zouden we het college kunnen
uitnodigen de ontwikkelingen van jaar tot jaar te
bekijken en aan de hand daarvan met voorstellen te
komen. In onze ogen was dat een vrij overbodig
voorstel, omdat naar onze mening deze punten so
wie so al uit de afspraken in het kader van het
programakkoord voortvloeien. Wij hebben de opmer
kingen van de wethouder bepaald niet opgevat als
mogelijkheden die een compromis inhielden. Wanneer
het om een compromis gaat, gaan onze gedachten
veeleer in de richting van een nadere discussie