194 19 FEBRUARI 1979 even mogen doorgaan, want het is niet oninteres sant, maar ik geloof dat het, hoe belangwekkend het programakkoord uiteraard ook is, toch goed zou zijn als u zich te dien aanzien enige beper kingen oplegt. Ik zie dat de heer Eissens er toch nog een opmerking over wil maken. De heer EISSENS: Ik ben het met u eens dat wij ons op dit ogenblik en op deze plaats moeten beperken. We moeten het programakkoord echter niet bagatelliseren, niet eenzijdig uitleggen en niet door onze eigen bril interpreteren. We moeten het programakkoord interpreteren zoals we het gezamen lijk hebben bedoeld. Het gaat mij niet om een be paalde partijwant ook als onze fractie van die lijn zouden afwijken, zou men ons dat terecht kun nen verwijten. Wanneer blijkt dat er te veel ei gen interpretatie aan het programakkoord wordt ge geven, zullen we "op de plaats rust" moeten maken om nog eens goed met elkaar af te spreken wat we hebben bedoeld. Dat is het enige wat ik hierover wil zeggen. De VOORZITTER: Daartoe zou dan een initiatief moeten worden genomen, maar ik meen dat dat op dit ogenblik in de gemeenteraad niet aan de orde is. Het is ook niet de bedoeling van de heer Eissens thans dieper op dit onderwerp in te gaan en ik vraag dan ook de heer Van Dun zijn beantwoording in tweede termijn te vervolgen. Wethouder VAN DUN: Mevrouw Muntjewerff en mevrouw Den Ouden hebben over drie onderwerpen gesproken, waartussen mijns inziens een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt. ■Het eerste onderwerp dat ik in dit verband noem, is de prijs van de niet-woningwetbouw. Op dat onderwerp slaat mijn opmerking over het uit besteden per pakket om er op zijn minst voor te zorgen dat de prijs van de woningwetbouw accepta bel blijft. Op de tweede plaats: mevrouw Den Ouden heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 194