196 19 FEBRUARI 1979 preadvies. De heer GARRITSENNee, in de procentuele toewijzing! Wethouder VAN DUN: Uit het preadvies blijkt dat we, wanneer we de maatstaf Breda-regio "rest van de wereld" aanhouden, zullen moeten bezien in hoeverre "de rest van de wereld" aan de orde zal komen De heer GARRITSEN: Theoretisch is het dan heel goed mogelijk dat er nul overblijft. Wethouder VAN DUN: Theoretisch is het inder daad mogelijk dat dat saldo in de eerste jaren nul is. We spreken echter over een totaal van 9.000 a 10.000 woningen in de Haagse Beemden. De heer GARRITSEN: Het gaat mij om de relatie tot "Breda-groeistad" en in dat verband om de in vulling voor de komende jaren. De VOORZITTER: Mijnheer Garritsen. Zoudt u nu uw interrupties willen staken? Wethouder VAN DUN: Je zou bijna willen vra gen wat de heer Garritsen nu eigenlijk wil. Wil hij wel of geen overloop? Dat is in deze discus sie langzamerhand enigszins duister geworden. Mevrouw Den Ouden heeft voor één lijn in het stadsgewest gepleit. Ik heb reeds gesproken over het spanningsveld tussen de situatie in Breda en de situatie in stadsgewestelijk verband; er wordt vanavond een oplossing aangeboden die we in de komende jaren op haar realiteitswaarde zullen moeten toetsen. Mevrouw Den Ouden moet niet ver geten dat je nooit een uniforme lijn in het gehe le stadsgewest kunt bereiken, omdat de taakstel ling van de bij het stadsgewest aangesloten ge meenten van gemeente tot gemeente verschilt. Er is een duidelijk verschil tussen Breda en Nieuw- Ginneken, maar er is ook een verschil tussen Nieuw-Ginneken en de Dombosch-gemeenten en tussen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 196