202 19 FEBRUARI 1979 is gekomen dat er een extra impuls voor de woning- wetbouw moet komen, vragen wij ons af of het ter tafel liggende voorstel in deze zin moet worden gehandhaafd. Misschien kan de wethouder nog ingaan op de vraag of de extra impuls voor de woningwet sector geen moeilijkheden biedt om de vrije sector met woningwetbouw in te vullen. In dit verband wijs ik nog eens op de woningnood, alsmede op ge beurtenissen in de stad. Er is een demonstratie gehouden en er is uitdrukkelijk aandacht voor de problematiek van de woningnood gevraagd. De dis cussie in de Tweede Kamer biedt in dezen wellicht enige openingen: ik zou de wethouder willen vragen daarop in te gaan. In de ter tafel liggende plannen komt een belangrijk aantal vrije-sector-woningen voor. Zijn er ten aanzien van die woningen gegevens over de prijs en de kavelgrootte bekend? Bij het slaan van de eerste paal heeft de wethouder van openbare werken gezegd dat echte noodsituaties in Breda voor vele mensen alleen maar zouden kunnen worden opgelost als men gezamenlijk om de tafel gaat zit ten. Misschien biedt dit voorstel een mogelijkheid om daartoe, zeker in de richting van de vrije sec tor, het initiatief te nemen. Het is voor ons moeilijk punt a. van het voorstel te accepteren. Naar ik meen is iedereen het erover eens dat de woningnood in Breda nog maar bij een bepaalde bevolkingsgroep aanwezig is, bestaande uit mensen die in ieder geval geen vrije- sector-woningen zullen kunnen bezetten. Als je dat als uitgangspunt neemt, kun je eigenlijk met punt a.dat op de vrije sector betrekking heeft, niet akkoord gaan. Graag zouden wij nadere informatie krijgen over het mogelijk invullen van het gehele voorstel met woningwetbouw en over de precieze inhoud van de plannen in de vrije sector. De heer GARRITSENIk kan mij in het betoog van de heer Crul wel vinden. Zijn verzoek om de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 202